Excellent succédané du sucre. Les petites feuilles sont 2 à 3 fois plus sucrées que le sucre ordinaire. S'utilise dans le café, le thé mais aussi dans des plats à cuire. Semer dès janvier à 18 à 2°C sans ajouter beaucoup d'eau. Pluriannuel mais sensible au gel. A moins de 1°C, on doit faire entrez la plante.

Graminée aromatique gélive. Plante reconnue comme médicinale à plusieurs applications. Température minimum + 7°C. Se multiplie par division au printemps. Semer dans du bon terreau à ± 2°C

Fleurs de très bon goût avec un arrière-goût d’agrumes

Plante vivace. Ses petites feuilles vertes et bien odorantes épicent plusieurs mets et sauces et servent même à garnir les glaces. A semer en mars/avril en caissettes. Repiquer et transplanter à 25x25 cm.

Eénjarig, maar vorstvrij overwinterend is het een doorlevende plant met zeer geurige bloempjes en blaadjes. Aanbevolen in vleesgerechten en kruidensauzen. Zaaien maart/mei in zaaibakje en uitplanten op 25x25 cm.

Vaste plant waarvan de jonge blaadjes gebruikt worden voor heerlijke soepen, dikwijls als vervanger voor selder. Smaakt heerlijk sterk en staat bekend als liefdeskruid. Zaaien maart/mei in zaaibakje, uitplanten op 60x60 cm.

Speciaal gekweekt voor de geurige zaden, die vaak gebruikt worden in drank, brood, gebak en bij het inmaken. Werkt kalmerend. Zaaien: april/mei in zaaibakje en na opkomst verspenen. Eenjarig.

Eénjarig. De zaden worden, al dan niet gemalen, in veel gerechten en sauzen gebruikt, maar ook de jonge blaadjes geven een pikante smaak. Kan ook als spruitgroente worden gebruikt. Bloeit met gele bloemen. Wordt vaak ook als groenbemester gezaaid.

De bladeren worden zowel vers als gedroogd gebruikt. Zeker bij bereiding van boontjes, maar ook in varkens- en lamsvlees wordt dit kruid zeer gewaardeerd. Zaaien: maart/mei in zaaibakje, verspenen en uitplanten op 25x25 cm. Blaadjes niet te diep afsnijden zodat de plant beter doorgroeit en meermaals kan geoogst worden.

Mengsel van smaakvolle, aromatische kruiden en eetbare bloemen

Les longues et minces petites feuilles aux nervures rouges servent surtout à mettre de la couleur dans les plats de salades. Goût légèrement acide mais de valeur dans le jardin d'épices.

Ne ressemble nullement au cresson commun, mais est tout aussi appétissant et sain. Demande un emplacement très humide, au bord de l'eau, ou dans un bac, qu'on peut tremper régulièrement dans de l'eau. Les mêmes applications que pour le cresson commun.

Récoltes abondantes pendant toute l'année de petites feuilles rouges, tendres et riches en minéraux: cueillir jeunes

Des feuilles gris argent et des fleurs bleues.

Annuel. A cause de ses grandes qualités médicinales, on la consomme beaucoup comme infusion. A semer en lignes de mi-mars à juin à 25 cm entre les lignes. Eclaircir au besoin.

Plante vivace. S'utilise aussi bien fraîche que séchée dans les préparations de poisson et de viande et souvent comme décoration. La médecine naturelle la recommande contre plusieurs maux. A semer en avril/juin en caissette. Repiquer. Transplanter en automne à 35x35 cm. Hauteur 6 cm.

Eenjarig, maar vorstvrij overwinterend is het een doorlevende plant met zeer geurige bloempjes en blaadjes. Aanbevolen in vleesgerechten en kruidensauzen. Zaaien maart/mei in zaaibakje en uitplanten op 25x25.

Overblijvende plant, groeit een meter hoog in de zomer. Heeft zachte groene bladeren met sterk getande nerven.

Zaaitijd: februari tot en met juni.
Oogsttijd: mei tot en met oktober.