Race sauvage de Provence, à feuillage grisâtre et poussant lentement. Très bon parfum. Réagit au froid en perdant ses feuilles l\'hiver, mais reste vivace.

Vivace, assez grossière mais très appréciée. Les tiges ont un goût et une odeur d'ail très prononcées et ont des enflures en forme d'oignon également recherchées pour la cuisine. La partie inférieure des tiges et les tubercules changent en rouge.

Eénjarig, maar vorstvrij overwinterend is het een doorlevende plant met zeer geurige bloempjes en blaadjes. Aanbevolen in vleesgerechten en kruidensauzen. Zaaien maart/mei in zaaibakje en uitplanten op 25x25 cm.

Grasachtig plat blad met witte bloemen. Heeft een milde knoflooksmaak. Mag meegekookt worden met de gerechten.

Vaste plant waarvan de jonge blaadjes gebruikt worden voor heerlijke soepen, dikwijls als vervanger voor selder. Smaakt heerlijk sterk en staat bekend als liefdeskruid. Zaaien maart/mei in zaaibakje, uitplanten op 60x60 cm.

Speciaal gekweekt voor de geurige zaden, die vaak gebruikt worden in drank, brood, gebak en bij het inmaken. Werkt kalmerend. Zaaien: april/mei in zaaibakje en na opkomst verspenen. Eenjarig.

Eénjarig. De zaden worden, al dan niet gemalen, in veel gerechten en sauzen gebruikt, maar ook de jonge blaadjes geven een pikante smaak. Kan ook als spruitgroente worden gebruikt. Bloeit met gele bloemen. Wordt vaak ook als groenbemester gezaaid.

De bladeren worden zowel vers als gedroogd gebruikt. Zeker bij bereiding van boontjes, maar ook in varkens- en lamsvlees wordt dit kruid zeer gewaardeerd. Zaaien: maart/mei in zaaibakje, verspenen en uitplanten op 25x25 cm. Blaadjes niet te diep afsnijden zodat de plant beter doorgroeit en meermaals kan geoogst worden.

Biologische zaden.

Mengsel van smaakvolle, aromatische kruiden en eetbare bloemen

Les longues et minces petites feuilles aux nervures rouges servent surtout à mettre de la couleur dans les plats de salades. Goût légèrement acide mais de valeur dans le jardin d'épices.

Légume vivace à grandes feuilles larges. Surtout utilisé dans la cuisine / grand mère. Se cultive d'habitude comme annuel.
Semer en mars/avril. Distance de plantation 3x2 cm. Hauteur 3 cm

Ne ressemble nullement au cresson commun, mais est tout aussi appétissant et sain. Demande un emplacement très humide, au bord de l'eau, ou dans un bac, qu'on peut tremper régulièrement dans de l'eau. Les mêmes applications que pour le cresson commun.

Variété plus belle avec un goût fin, aromatique. Croît plus vite et est plus productive. Déjà récoltable 6 à 7 jours après le semis

Cette petite plante appétissante et saine peut être semée et plantée à tout moment et même par ceux qui n'ont pas de jardin. Récolte après 7 à 1 jours

A semer de mars à mai en caissettes. Repiquer et transplanter plus tard à 25x25 cm. De préférence couvrir la plante pendant l'hiver.

Feuille d'un goût de menthe raffiné et une qualité repoussant les insectes. Semer sous verre ou plus tard en pleine terre. Se cueillit pendant tout l'été

Récoltes abondantes pendant toute l'année de petites feuilles rouges, tendres et riches en minéraux: cueillir jeunes