Overbijvende plant als sierplant of als geneeskrachtige plant gebruikt. Bijvoet verdrijft insecten en geeft een frisse smaak aan gerechten. Prima in stoof- en vleesschotels.

Vanaf half maart tot eind juni op regeltjes; eventueel in de regel iets uitdunnen. Lekker bij diverse peulvruchten zoals tuinbonen en bij diverse andere gerechten; ook als thee tegen hoesten.

Maart-april in een zaaibakje of april-juni buiten op een zaaibed; één keer verspenen en vervolgens uitplanten. Beperkt gebruik in alcoholische dranken en thee (schadelijke nevenwerkingen), voorts als extract in de natuurgeneeskunde.

Zaai half maart in een zaaibak bij 20°C. Bij een hoogte van circa 4/5 cm verspenen in een bloempot. Na 3/4 weken eventueel buiten uitplanten op een afstand van 25x25 cm. De gedroogde en fijngesneden bladeren zijn als thee te bereiden.

Zaai in het late najaar of vroege voorjaar direct op een schaduwrijke plaats; toedekken met bladeren. Gebruik: bij de bereiding van bowl (de duitse Mai- Trank) en in de natuurgeneeskunde als een thee voor o.a. maagkrampen.

Overblijvende plant, groeit een meter hoog in de zomer. Heeft zachte groene bladeren met sterk getande nerven. Zaaitijd: februari tot en met juni.
Oogsttijd: mei tot en met oktober.